Bijen en hommels
Bijen, hommels, wespen en mieren vormen de superfamilie van de bijen (Apoidea) die behoren tot de orde van de vliesvleugeligen (Hymenoptera). Vliesvleugeligen spelen een grote rol in het dagelijks leven als onmisbare bestuivers van bloemen (bijen en hommels), verdelgers van plaaginsecten (o.a. papierwespen en sluipwespen) en opruimers (mieren). Bijen en hommels (Apidae) verschillen van de meeste andere vliesvleugeligen door het dieet van nectar en stuifmeel. Ze zijn dus anders dan bijvoorbeeld veel wespen vegetarisch. Hommels behoren ook tot de bijen en zijn herkenbaar door meer en langere beharing. Ze kunnen daardoor al bij wat lagere temperaturen vliegen dan de meeste andere bijen. Honingbijen en hommels hebben een sociale levenswijze ofwel ze leven in volken, werken nauw samen en verdelen de taken.
Honingbijen
De honingbij (Apis mellifera) komt al vroeg in het voorjaar voor in grote aantallen en wordt gewaardeerd vanwege de rol als bestuiver van vele plantensoorten, waaronder fruitbomen. De honingbij is niet de enige bestuiver van bloeiende planten, maar wel een belangrijke. Daarnaast is de honingbij leverancier van verschillende natuurproducten zoals honing, bijenwas en propolis. Net als andere insecten heeft ook de honingbij het moeilijk. Belangrijke oorzaken zijn het [1] gebrek aan biodiversiteit (ofwel er bloeit te weinig en/of er is te weinig variatie), [2] bijenparasieten en [3] insecticiden.
In een bijenvolk komen verschillende individuen voor: de 'koningin' (zie foto), de 'werkster' en de 'dar'. De koningin is degene die het nest in stand houdt door grote hoeveelheden eitjes te leggen, tot 2.000 per dag. De werksters zijn net als de koningin vrouwelijk maar leggen geen eitjes. De meeste individuen in een bijenvolk zijn werkster. In de zomer komen de mannelijke bijen tevoorschijn, de darren. Behalve bij de paring met jonge koninginnen, spelen ze een rol bij de temperatuurregeling in het volk. In een volk zijn in de winter een koningin en ongeveer 10.000 werksters aanwezig; er zijn dan geen darren. In de zomer zijn enkele honderden darren aanwezig en kan het aantal werksters oplopen tot wel meer dan 40.000.
Een bijzonder fenomeen bij honingbijen is het zogenaamde zwermen. Het is een manier om zich als volk voort te planten door zich in twee volken te splitsen. De oude koningin verlaat met ongeveer de helft van het volk de kast waardoor de lucht korte tijd zwart ziet van de bijen. Vervolgens trekken deze zich samen tot een tros (zie foto) en na enige tijd vertrekt deze tros naar een nieuwe woning (holle boom, schoorsteen, etc.) om daar een nieuw volk te starten. In het oude volk wordt een nieuwe koningin geboren die daar eitjes gaat leggen en zo zijn uit het ene oorspronkelijke volk nu twee volken ontstaan.
De meeste imkers proberen het zwermen te vermijden om te voorkomen dat de zwerm tot overlast leidt in de omgeving en om te voorkomen dat hij of zij door het zwermen de helft van zijn of haar bijen kwijt raakt. Ook is de overlevingskans van zwermen die ‘voor zichzelf beginnen’ tegenwoordig niet zo groot in Nederland.
Onze bijen
Onze bijen staan op 4 locaties in Vleuten en 1 locatie in Harmelen. De bijen blijven het hele jaar op dezelfde locatie staan. We reizen dus niet met de bijen naar hei of andere plekken waar op dat moment veel in bloei staat. Al onze honing is dus afkomstig van bloemen uit de regio Utrecht.
Hieronder foto’s van de 5 locaties waar onze bijen zijn te vinden:
Op ons woonadres te Vleuten
In het Maximapark (Vleuten)
In de Vlinderhof (ook Maximapark, Vleuten)
In een boomgaard in Vleuten
Onze stal in Harmelen
Maak jouw eigen website met JouwWeb